Teamrol: De Keeper – Edwin van der Sar
1 november 2016Teamrol: De verdediger – Jaap Stam
9 december 2016Rinus Israël heeft haast. Ook de verlenging van de Europa Cup-finale 1970 tussen Feyenoord en Celtic is bijna verstreken en de score is nog altijd gelijk (1-1). Beide teams zijn doodop, maar Celtic is er erger aan toe dan Feyenoord. De Schotten snakken naar het eindsignaal en een replay, drie dagen later. Aanvoerder Israël ruikt de overwinning, voelt dat de tegenstander wankelt en neemt snel de vrije trap die Feyenoord net over de middenlijn is toegekend. Israël laat zijn rechter zwiepen en Ove Kindvall maakt zich uit de voeten. De Zweedse spits weet waar zijn aanvoerder de bal gaat neerleggen, pal achter de laatste man van Celtic.
De traptechniek van Rinus Israël (19 maart 1942) was een streling voor het liefhebbersoog. De Amsterdamse libero kon er zijn verdediging mee ontzetten en in één moeite door een aanvaller in scoringspositie brengen. De vroegere stratenmaker uit Noord was keihard voor anderen, maar minstens net zo hard voor zichzelf. Hij sloopte tegenstanders met zijn genadeloze tackles, maar ook zichzelf. Op het laatst moest IJzeren Rinus, zoals iedereen hem noemde, met pijnstillers en steunverbanden op de been en bij elkaar worden gehouden. Maar omdat hij die geweldige trap in zijn rechter had kon Israël langer dan wie ook meekomen op het hoogste niveau.
In zijn jonge profjaren was hij al eens verrassend landskampioen geworden met DWS. In 1966 stapte hij over naar Feyenoord, om de Kuipploeg harder, sluwer en brutaler te maken. Rinus Israël slaagde grandioos in die opdracht en de overstap van Amsterdam naar Rotterdam maakte hij lichtvaardig. Veel verschil was er volgens hem niet tussen de rivaliserende steden. Hij vond de Rotterdamse humor net zo lekker cynisch als de Amsterdamse.
Cynisme zat aan hem gebakken. Israël kon met de mond ook al zo meedogenloos zijn, voor tegenstanders, maar ook voor ploeggenoten. Van hen verwachte hij de inzet, de strijd en het incasseringsvermogen dat hij zelf in elke training en in elke wedstrijd aan de dag legde. Wie verzaakte had een kwaaie aan hem. Die kon op het trainingsveld een schop voor z’n donder of een knal voor zijn kanis krijgen. Omdat een verzaker het team verzwakt en in beroepssport betekent dat een verhoogde kans op verlies van inkomen. En je moest niet aan Rinus z’n centen komen.
Israël was een toegewijde voetbalprof: ijverig op de training, onverzettelijk in de wedstrijd. Hij blonk voortdurend uit in zijn teamrol van laatste man, ook wel aangeduid als libero of vrije verdediger. Hij gaf rugdekking aan zijn voorstopper en greep in wanneer die geen vat kon krijgen op de uit te schakelen midvoor van de tegenpartij. Hij sprong bij als de backs in de problemen dreigde te komen tegen de vleugelspitsen van de tegenpartij. Hij stutte en hij organiseerde de verdediging en zette veelal de eigen aanval op. Door zijn zuivere manier van trappen leed hij zelden balverlies. Toen Feyenoord door de goals van Ove Kindvall, het grootse middenveldspel van Willem van Hanegem en Wim Jansen en het superieure verdedigen van Rinus Israël eind jaren zestig furore in Europa begon te maken, werd Feyenoords laatste man wel de beste van de wereld genoemd. Vooral ook vanwege zijn scherpte tactisch inzicht.
Behalve mooi en goed trappen, kon Israël ook goed koppen. Hij dook daarom bij hoekschoppen en vrije trappen geregeld voor het vijandelijke doel op. Om in de lucht een Feyenoord-aanval voort te zetten. Dat heeft hij ook in de Europa Cupfinale tegen Celtic gedaan en met een uitgekookte kopstoot voor de gelijkmaker gezorgd.
En nu, laat in de avond van woensdag 6 mei 1970, heeft Feyenoords laatste man met een loepzuivere lange trap Ove Kindvall op weg naar het doel van Celtic gestuurd. Niet veel later is Feyenoord-aanvoerder Rinus Israël de eerste Nederlander die de Europa Cup in handen heeft.