Teamrol: De Laatste Man – Rinus Israël
25 november 2016Teamrol: De aanvoerder – Johan Cruijff
20 december 2016Daar staat-ie dan, Jaap Stam uit Kampen, in de schijnwerpers van het voetbalgala van de krant De Telegraaf en het weekblad Voetbal International. Na vijf seizoenen noeste arbeid, maar ook uitgekookt spel in het betaalde voetbal is hij door zijn vakbroeders verkozen tot de beste van het land: Nederlands voetballer van het jaar. In zijn zondagse pak staat Stam een beetje verlegen te glunderen op het ereschavot met in zijn handen de Gouden Schoen. De verdediger van stavast moet even aan vroeger denken, aan zijn juniorentijd toen hij als doelgerichte draver vanaf het middenveld naar het vijandelijke doel denderde. Verdediger worden? Japie Stam van DOS uit Kampen moest er niet aan denken.
Als jonge middenvelder had hij op het voetbalveld de ruimte die hij met zijn snelheid goed wist te benutten. Mannetjes passeren en doelpunten maken, daar draaide het in zijn voetbalbeleving om. Maar bij de A-junioren zei zijn trainer op een dag zomaar ineens: ‘Japie, jij linksback’. Hij schrok zich een ongeluk. Gatsamme, dacht hij, da’s achter een man aanhollen, de bal afpakken en afspelen. Daarvoor zit ik niet op voetbal.
Maar Stam deed wat zijn trainer zei, ging linksback staan, holde achter aanvallers van de tegenpartij aan, haalde die in, pakte ze de bal af en holde langs de lijn mee naar voren. Hij kreeg er aardigheid in, want hij was voortdurend in de weer. De teamrol van opkomende linksback bleek hem op het iele lijf geschreven.
Kleine Japie, zoals ze hem noemden omdat hij de kleinste van het team was, begon ineens te groeien. In de lengte en in de breedte. Hij werd zowat een reus en kreeg een nieuwe bijnaam: De Rots van Kampen. Hij verhuisde naar het centrum van de verdediging waar hij voor het team nóg meer van waarde bleek dan als vleugelverdediger. De leergierige Stam bekwaamde zich in het hoogwaardige ‘defensiewerk’, hij leerde verdedigen op techniek.
Grote Jaap (17 juli 1972) gaat niet ondoordacht het duel met aanvallers aan, hij kleunt er niet blind in, nee, hij verovert de bal op slimme wijze. Hij neemt hem als het ware in bezit. Hij stopt tegenstanders niet alleen af, hij grijpt in en zorgt er voor dat zijn team meteen een tegenaanval kan opzetten. Stam is een knokker en een strateeg, hij is beresterk en technisch goed onderlegd, een onbaatzuchtige teamspeler die de verdediging stut, maar die ook gerust mee ten aanval kan. Japie schopt het al in zijn eerste seizoen aan de top bij PSV tot het Nederlands Elftal en maakt in de eredivisie zo’n verpletterende indruk op vriend en vijand dat die hem meteen en eensgezind tot voetballer van het jaar uitroepen.
Het is 1997 en Jaap Stam heeft geen idee wat hem nog te wachten staat in het voetbal. PSV, het Nederlands Elftal, de Gouden Schoen, heeft hij op zijn 25ste de top bereikt, zit hij aan zijn plafond?
Bij lange na niet. Als voetballer van het jaar staat Stam eigenlijk nog maar aan het begin. Hij blinkt uit tijdens het WK van 1998 in Frankrijk, verdient een transfer naar Manchester United en zal, als stopper van Lazio Roma en AC Milan, ook nog furore maken in de Italiaanse competitie, waar het verdedigen tot kunst is verheven. Aanvallers zijn als de dood voor hem, omdat hij zijn tegenstanders totaal kan overrompelen, met zijn snelheid, zijn puike techniek en zijn enorme kracht. Nauwgezet en onverzettelijk doet de Hollandse reus zijn werk in het belang van het team, de ene na de andere spits verslindend. Twee keer wordt hij uitgeroepen tot beste verdediger van de Champions League en overal op de Europese velden weet men: bots nooit op Japie Stam, want die Rots van Kampen is van graniet.