Teamrol: De verdediger – Jaap Stam
9 december 2016Teamrol: De mid-mid – Dennis Bergkamp
10 januari 2017Johan Cruijff kiest bij een vrije trap van linksbuiten Piet Keizer positie voor het doel van FC Internazionale. Wanneer zijn bewaker Gabriele Oriali naar voren stapt, doet Cruijff een stapje opzij. Dat verschaft hem net de ruimte om zichzelf met een klein aanloopje te lanceren op het moment dat de bal voor het doel komt. Cruijff reikt hoger dan wie ook in het strafschopgebied en zijn kopbal is hard en onhoudbaar. De Rotterdamse Kuip, decor van de finale van de Europa Cup voor landskampioenen, barst in luidkeelse jubel uit: 2-0 voor het Ajax van de grote leider Cruijff en aanvoerder Keizer.
Hendrik Johannes Cruijff (25 april 1947 – 24 maart 2016) was nog een iel jochie met moeilijke voeten toen hij zich brutaalweg mengde tussen de grote jongens van Ajax. Jopie, zoals ze hem noemden, had het hoogste woord te midden van de oudere, gelouterde profs, die later zouden zeggen: ‘Hij lulde je de oren van het hoofd en wist alles beter. Maar het mooie was: hij had bijna altijd gelijk.’
Eigenwijze Cruijffie was gezegend met zo veel talent en hij zag het spel zo scherp dat het in zijn optiek ‘nogal logisch’ was dat hij de touwtjes in handen nam in welk team hij ook speelde. Oudere spelers konden wat hem betrof de aanvoerdersband dragen, hij zette de lijnen uit waarlangs het spel diende te lopen.
Enkele aanpassingen in zijn voetbalschoenen deden hem steviger op zijn voeten staan en bovendien werd Jopie rap groter, breder en sterker. Daardoor, en door zijn bliksemsnelle bewegen, flitsende sprints, superieure timing en geniale ingevingen, werd hij een fenomeen op de midvoorpositie. Alvorens hij voor het avontuur, voor meer roem en voor heel veel geld naar Barcelona zou vertrekken, speelde hij acht seizoenen bij Ajax in de spits. Zes keer werd hij kampioen, drie keer won hij de Europa Cup en in 227 Eredivisiewedstrijden scoorde hij 184 keer. Hij was topschutter, maar tegelijk ook een meester in het voorbereiden van doelpunten die hij anderen liet maken. Hij leidde de aanval, maar coachte ook de spelers achter hem, tot de verdedigers aan toe. Wat heet, zelfs voor de keepers van Ajax (eerst Gert Bals en later Heinz Stuy) had hij dringende en dwingende adviezen.
Cruijff bemoeide zich overal mee, in en buiten het veld, waar hij zich ijverde voor een professionelere werkomgeving en betere honorering voor zichzelf en voor zijn medespelers. Jopie ging altijd en overal discussies aan en had altijd gelijk. Ook als hij dat niet had, want dan claimde hij het en niemand kon het van hem winnen. Alhoewel, bij Ajax won Keizer in de zomer van 1973 de stemming over het aanvoerderschap dat Cruijff een jaar eerder ook officieel was toebedeeld. De meeste van zijn ploeggenoten waren de overheersing door de alleskunner en betweter zat en verkozen Keizer als hun aanvoerder. Dat krenkte Cruijff in zijn tros en het was het zetje dat hij nodig had om definitief voor het buitenland te kiezen.
Bij Barcelona (en bij het Nederlands Elftal) liet Cruijff zich meer en meer uit de spits terugzakken, om de beulen in de Spaanse verdedigingen te ontlopen. Eigenhandig veranderde hij zijn teamrol, Cruijf werd de geniale regisseur die op het middenveld het spel nog meer naar zich toe trok. Als de leider (doorgaans gewoon weer met de aanvoerdersband) die zijn teams op sleeptouw nam, zou hij worden verkozen tot beste Europese voetballer van de twintigste eeuw.
Maar op 31 mei 1972, in een kolkende Kuip, is Johan Cruijff nog bovenal de midvoor van Ajax. Eerst straft hij als goaltjesdief een fout in de verdediging van Inter Milaan af om daarna gelijk een midvoor uit het Engelse krachtpatsersvoetbal springend en koppend de Europa Cupfinale te beslissen.
Cruijffie, de natuurlijke leider, kon alles.